IEDER (ASPIRANT)LID DIENT DEZE REGELS TE KENNEN EN TE EERBIEDIGEN ALVORENS DE SCHIETBAAN TE BETREDEN !
INSTRUCTIES VAN DE BAANCOMMANDANT MOETEN ALTIJD WORDEN OPGEVOLGD !
ARTIKEL 1 |
Grondregel: |
1.1 |
leder lid van de vereniging dient er te allen tijde van doordrongen te zijn dat verantwoordelijkheidsbesef de grondslag is van alle wapengebruik.
|
ARTIKEL 2 |
Over het gebruik van wapens: |
2.1 |
Kennis:
Het is verboden van een wapen gebruik te maken, behalve onder begeleiding van een instructeur, als men niet:
a -De basistheorie volledig beheerst.
b -De nodige praktische ervaring heeft opgedaan.
c -De veiligheidsregels door en door kent.
d -De volledige wapeninstructie compleet heeft afgerond (met stempels en handtekening van de instructeur in het aspirant-leden register) |
2.2 |
De instructeur is een lid van SV DRV die door of namens het bestuur hiervoor is aangewezen om aspirant leden te helpen bij instructie op de verschillende disciplines van de KNSA.
De instructeur is herkenbaar aan het groene vest met opdruk "Instructeur"
|
ARTIKEL 3 |
Over het gedrag met wapens: |
3.1 |
De wapens die gebruikt worden, zijn:
a -ofwel in eigendom bij de vereniging
b -ofwel in eigendom bij ledenschutters of gastenschutters.
Er mag alleen geschoten worden met wapens en/of munitie daar waar het bestuur een goedkeuring voor heeft gegeven. |
3.2 |
Volautomatische wapens zijn niet toegestaan. |
3.3 |
Het is verboden zonder uitdrukkelijke toestemming van de eigenaar een aan een ander toebehorend wapen ter hand te nemen. |
3.4 |
Verenigingswapens.
Verenigingswapens bevinden zich in de kluis die alleen geopend mag worden door een groot verlofhouder van SV DRV.
Degene die met verenigingswapens wil gaan schieten, moet volledig voldoen aan de punten die in artikel 2.1 genoemd worden. |
3.5 |
Een wapen kan alleen worden overgedragen aan een schutter door de baliemedewerker, tussentijds wisselen met een andere schutter is niet toegestaan.
Na de schietoefening wordt het verenigingswapen ingeleverd bij de balie in een veilige en ontladen toestand. |
3.6 |
Het is per wet verboden munitie zonder een wapenmachting buiten de schietaccommodatie in het bezit te hebben. Munitie van het vereningswapen wat niet verschoten is, moet na de oefening aan de baliemedewerker worden overhandigd. Achter de balie kan de munitie op naam worden bewaard. |
3.7 |
Bij het gebruik van verenigingswapens mag er alleen met munitie geschoten wat aangekocht is bij de balie. |
3.8 |
Wapens in eigendom bij leden/gastenschutters:
Leden die een eigen wapen bezitten, vervoeren deze op een veilige manier in een gesloten foedraal of koffer. Bij het betreden van de accommodatie wordt dit wapen in foedraal of koffer in en/of op de daarvoor bestemde rekken en planken geplaatst. |
3.9 |
Op het moment dat een schutter/eigenaar wil gaan schieten, neemt hij zijn wapen - in foedraal of koffer mee naar de baan. Op de baan worden de handelingen verricht om het wapen voor het schieten gereed te maken. Na het beÎindigen van de oefening wordt het wapen op de baan weer in foedraal of koffer opgeborgen en in daarvoor bestemde rekken en planken geplaatst.
|
ARTIKEL 4 |
Baancommandant: |
4.1 |
De baancommandant heeft de leiding over het schieten, en instructies dienen altijd opgevolgd te worden. |
4.2 |
De baancommandant is een lid van SV DRV die door of namens het bestuur hiervoor is aangewezen en houdt toezicht op de veiligheid en de regels van de baan. |
4.3 |
De baancommandant is herkenbaar aan het gele vest met opdruk "Baancommandant" |
4.4 |
Zijn gezag strekt zich niet alleen uit over de eigenlijke schietbaan, maar over de gehele accommodatie. |
4.5 |
Hij dient tijdens het schieten onvoorwaardelijk gehoorzaamd te worden. Discussies over bevelen of beslissingen van de baancommandant mogen pas gehouden worden na afloop van het schieten in de kantine en in geen geval op de schietbaan. |
4.6 |
Als er geen baancommandant in de accommodatie aanwezig is, mag er niet geschoten worden. Eventueel wordt er een nieuwe baancommandant aangewezen.
|
ARTIKEL 5 |
Gedrag op de baan: |
5.1 |
Op de baan worden luidruchtige gesprekken vermeden en er wordt in het algemeen alles nagelaten wat een ander zou kunnen hinderen. |
5.2 |
Ga niet met meer dan 2 personen op een schietpunt staan, dit geeft geen overzicht aan de baancommandant, en kan andere schutters hinderen. |
5.3 |
Introducees, bezoekers en medeschutters die mee willen kijken op de baan kunnen achter de schietpunten staan, maar op die manier dat hier niemand last van kan hebben. |
5.4 |
Snel vuur is niet toegestaan op de reguliere schietavonden en mag er alleen geschoten worden volgens de bestaande KNSA disciplines. |
5.5 |
Iedere schutter is persoonlijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor door hem aangebrachte beschadigingen aan de transportsystemen en/of schietbaan. Defecten aan systemen worden voor aanvang van het schieten aan de baancommandant gemeld en aangebrachte schade wordt direct gemeld bij de baancommandant. |
5.6 |
Bij het wisselen van de schijven dient het wapen ontladen te zijn. |
5.7 |
Op de schietbanen is het verboden te roken en is eten en drinken niet toegestaan.
|
ARTIKEL 6 |
Over onderhoud van wapens en munitie: |
6.1 |
Wapens en munitie worden alleen in goede staat gebruikt, het is niet toegestaan met defecte wapens en/of munitie te schieten. Vereningswapens waar een mankement mee is, moeten bij het inleveren aan de baliemedewerker gemeld worden. Het wapen zal dan onder verantwoordelijkheid van de commissie wapenonderhoud komen totdat het wapen weer gemaakt en klaar voor gebruik is. |
6.2 |
De baancommandant heeft te allen tijde het recht de eigen wapens van leden/gastenschutters op onderhoud en veiligheid te controleren.
|
ARTIKEL 7 |
Over de orde op de baan: |
7.1 |
Iedere schutter zorgt dat door hem geschoten schijven, lege patronen en doosjes e.d. in de daarvoor bedoelde bakken op de schietpunten worden gedeponeerd. (ook de lege hulzen scheiden in messing en staal |
7.2 |
Ruim na het schieten alle rommel op en laat de baan netjes achter voor de volgende schutters.
|
ARTIKEL 8 |
Veiligheidsregels: |
8.1 |
Behandel elk vuurwapen alsof het geladen is !
Richt nooit spelenderwijs op iets of iemand, wees zeker van je doel. |
8.2 |
Vinger van de trekker houden wanneer er niet daadwerkelijk gevuurd wordt.. |
8.3 |
Draag altijd gehoorbescherming en een veiligheidsbril op de schietbaan, de vereniging heeft brillen en gehoorbeschermers voor bruikleen beschikbaar.. |
8.4 |
Onder geen enkele omstandigheid worden wapens onbeheerd op een schietpunt achtergelaten. |
8.5 |
Bij het verplaatsen met een wapen in de accommodatie en achter de schietpunten is de veilige richting voor een wapen het plafond of de vloer en op de schietpunten is dat richting de kogelvanger. Bij een verplaatsing is het wapen aantoonbaar leeg (geen geplaatst magazijn, open grendel etc. |
8.6 |
Handelingen met een wapen (bijv. het uitleggen en/of showen) dienen te geschieden op de schietbaan en rustig en beheerst uitgevoerd te worden met de loop in veilige richting. |
8.7 |
Bij het overhandigen van een wapen dient het wapen altijd zichtbaar voor iedereen in een open en veilige toestand te zijn. |
8.8 |
Op commando "VAST VUREN" gegeven door de baancommandant of wanneer er een alarm afgaat op de baan (geluid en zwaailicht) moet het wapen veilig ontladen worden en worden neergelegd op de schietpunt, stap uit het schietpunt en wacht op verdere instructies van de baancommandant. |
8.9 |
Na het vuren, wapen in open en ontladen toestand laten liggen zodat de baancommandant duidelijk kan zien dat het veilig is. |
8.10 |
Gedraag je rustig op de schietpunten en laat je medeschuters met rust wanneer zij aan het schieten zijn. |
8.11 |
Het is verboden te schieten wanneer men alcohol of een andere stof, die de aandacht en/of het verantwoordelijkheidsbesef vermindert, heeft gebruikt. |
8.12 |
Wijs medeschutters op onveilig gedrag of schakel de baancommandant in! |
|
Het bestuur 1 september 2009 |